zaterdag 14 maart 2015

Scriptiebegeleiding, een bijzondere visie

Interview hr Kroon

door Erica Mooiman
14 maart 2015



Allereerst wil ik u feliciteren met uw nieuwe site. Waarom bent u eigenlijk overgestapt naar een blog?

Dank u. Ik heb daar een paar redenen voor. Ten eerste biedt een blog mij meer mogelijkheden om artikeltjes die ik in de pers vind en waarvan ik denk dat die interessant zijn voor studenten, te publiceren. Ten tweede is blogspot gratis. Een belangrijk argument als je de goedkoopste scriptiebegeleider in de markt wilt zijn. En ten derde heb ik geen verstand van de technische kant van een website. Ik wil niet voor ieder wissewasje afhankelijk zijn van een externe deskundige. Nu heb ik weer alles in eigen hand. Blogspot is misschien iets minder professioneel, maar wel uiterst eenvoudig.

U zegt de goedkoopste in de markt te zijn. Hoe krijgt u dat voor elkaar?

Dat is simpel. Kijk naar de grote spelers in de markt. Dat zijn grote, commerciële scriptiefabrieken geworden met diverse vestigingen in het land en dus hoge overhead. Ik heb nul-kosten aan overhead. Dat is al een groot verschil.
Bovendien kan ik ook lagere tarieven hanteren omdat ik niet van deze inkomsten hoef te leven. Zitten andere bureaus gemiddeld zo rond de 65 Euro per uur, kom ik omgerekend op 25 euro of minder per uur. Het is een aardige aanvulling op mijn pre-pensioneringsregeling. Meer hoeft niet. Zo houd ik de kosten betaalbaar voor iedere studentenbeurs.

Ik lees op uw site dat u ter zijner tijd uw bureau wilt uitbreiden. Bent u niet bang dat u dan de grotere bureaus met de door u verfoeide overhead achterna gaat?

Nee, daar ben ik niet bang voor omdat ik kies voor een ander concept waarbij de overhead nul-euro blijft. Je hoeft namelijk geen personeel aan te nemen en contracten met freelancers af te sluiten. Ik kies voor een netwerkorganisatie bestaande uit zelfstandige scriptiebegeleiders die evenals ik gedreven worden door passie en niet door het geld. De zelfstandige scriptiebegeleiders kunnen onderling kennis en ervaring uitwisselen en naar elkaar studenten doorverwijzen die een scriptieonderwerp hebben gekozen die niet goed bij de eigen kennis aansluit.

Online scriptiebegeleiding begint steeds meer gemeengoed te worden. Waarin onderscheidt u zich van de concurrentie? Behalve dan op prijs natuurlijk.

Ik besteed meer aandacht aan de studenten. Ik vind dat belangrijk en bovendien leuk. Sommige begeleiders begeleiden tegelijkertijd zo'n 70 studenten. Zo fabrieksmatig wil ik niet werken.   Bij mij hebben de studenten een naam en geen nummer.
Dat betekent ook dat de student zijn dringende vragen niet hoeft op te sparen tot er weer een afgesproken contactmoment met de begeleider is. Uiterlijk binnen 48 uur, maar zo mogelijk binnen 24 uur of zelfs direct, krijgt de student van mij een reactie. Dat houdt de vaart er in.
Daarnaast onderscheid ik mij ook door mijn ervaring in het begeleiden van studenten die meer dan normale hulp nodig hebben. Studenten met bijvoorbeeld ADHD, concentratie en focusproblemen, ernstige faalangst etc. Ook deze studenten breng is succesvol naar de eindstreep. 

Op uw site gaat u er van uit dat de scriptie in maximaal drie tot vier maanden te schrijven is. Ik ken genoeg studenten die er vijf, zes maanden of nog langer over doen. Ook met begeleiding van professionele scriptiebegeleiders. Hoe reëel is dan die drie tot vier maanden?

Een hbo-paper op basis van hun stageonderzoek wordt doorgaans gedurende die drie maanden stage geschreven en is dan klaar. Daar zit ook vaak een stok achter omdat ze hun stage doorgaans met een presentatie van hun onderzoek moeten afronden.

Voor HBO- en universitaire bachelor scripties ligt dat anders. Daar heb je minder met harde deadlines te maken en overwint de vrijblijvendheid het vaak van de ambitie en de discipline. En voor je het weet heb je onnodige vertraging. Maar andere scholen stellen wel weer deadlines. 3 maanden, zes maanden en soms een jaar. Maar je moet er toch niet aan denken dat je een jaar bezig bent met je scriptie? Dan kwel je jezelf onnodig.

Ik accepteer ook alleen maar studenten die de wil hebben om in drie/vier maanden hun scriptie te schrijven en bereid zijn voldoende prioriteit en energie er in te stoppen. Zoals ik binnen 48 uur ( maar vaak binnen 24 uur) reageer op mailtjes van studenten, zo verlang ik ook dat zij snel op mijn mailtjes reageren.
Wel kan er vertraging optreden doordat de begeleider vanuit de opleiding lang op zich laat wachten om zijn goedkeuring op bijvoorbeeld een scriptievoorstel te geven of zijn commentaar op concepten. Ik geef dan advies aan studenten hoe daarmee om te gaan. Het "managen van de interne scriptiebegeleider" maakt deel uit van de ondersteuning die ik de studenten bied.

Maar wat als nu toch niet binnen vier maanden de scriptie afgerond kan worden?

Laat is daarbij benadrukken dat het dan om uitzonderingen gaat. De student krijgt immers gedurende die periode onbeperkte begeleiding van mij. De drempel voor de student om vragen of eerste concepten aan mij voor te leggen, is dan erg klein. De meter die dure uren wegtikt, staat bij mij dus niet aan.
Mocht door overmacht, zoals een traag reagerende studiebegeleider of ziekte van de student, die termijn niet gehaald worden, kan hij/zij voor kosteloze verlenging in aanmerking komen. In andere gevallen kan hij natuurlijk extra begeleiding bij mij kopen.


Ten slotte; wat vindt u zo leuk aan scriptiebegeleiding. Wat zijn uw drijfveren?

Het helpen en ondersteunen van mensen in zijn algemeenheid ligt mij na aan het hart. Als ik terug blik op mijn carrière, dan heeft hetgeen ik voor individuele medewerkers heb kunnen betekenen mij meer voldoening gegeven dan mijn zakelijke successen.  


Zo geeft het mij ook voldoening om studenten te helpen in hun worsteling met hun scriptie en meer specifiek de studenten weer op de rit te zetten die helemaal moedeloos en gestrest zijn. Het geeft mij altijd weer een fijn gevoel als de student slaagt voor zijn/haar scriptie. 

donderdag 5 maart 2015

Waarom is het zo moeilijk een scriptie te schrijven.


Waarom is het zo moeilijk om een scriptie te schrijven? Omdat de hogeschool het je niet leert, zegt taallector Amos van Gelderen. ‘Niet zo vreemd dus dat studenten er maar een gooi naar doen.’
scriptie - Aniek BartelsHet schrijven van een scriptie is als een eindsprint naar de finish van een lange marathon: het geeft glans aan je welverdiende diploma. In theorie. Want in de praktijk blijkt de scriptie vaak een struikelblok voor studenten. Studenten hebben soms geen idee wat er van ze verwacht wordt en ze schakelen steeds vaker de (betaalde) hulp in van een scriptiebureau.
Waarom hebben studenten zoveel moeite met de eindscriptie? Taallector Amos van Gelderen van de Hogeschool Rotterdam ziet twee dingen. Ten eerste leren opleidingen hun studenten simpelweg niet hoe ze een scriptie moeten schrijven. Na ruim drie jaar moet je er gewoon aan beginnen. Daarnaast zijn de eisen die opleidingen aan de scripties stellen vaak vaag en abstract.
Tegelijkertijd krijgen steeds meer opleidingen kritiek omdat de kwaliteit van het afstudeerwerk van hun studenten ondermaats is. Opleidingen schroeven de eisen op. Studenten die de komende tijd afstuderen, zullen aan zwaardere eisen moeten voldoen.
1.Studenten leren het niet
Studenten schrijven tijdens hun opleiding natuurlijk van alles en nog wat, maar krijgen zelden commentaar op de schrijfkwaliteit van het ingeleverde werk, ziet Van Gelderen. Docenten kijken vooral of de student de stof heeft begrepen, maar of de student helder, doordacht en doelgericht schrijft, is bijzaak.
Schrijven is denken, plannen, organiseren en argumenteren, legt Van Gelderen uit. Het is een conceptuele bezigheid waarbij je steeds moet bedenken of wat je schrijft juist is, of het op de juiste plek staat en of het juist geformuleerd is. En dat leren studenten niet. Dat bleek recent ook weer uit een onderzoek naar taalvaardigheid (zie ‘infographic’, p.4): Nederlanders met een hbo-diploma op zak zijn ongeveer even taalvaardig als havisten. De onderzoekers concluderen dat het hbo weinig aan de taalvaardigheid van studenten lijkt toe te voegen.
‘Afstudeerscripties blijven qua taal inderdaad vaak op havo-niveau hangen’, aldus Van Gelderen. ‘Het punt is alleen dat we niet anders zouden moeten verwachten. We geven studenten geen taalles, dus is het niet zo gek dat studenten er maar een gooi naar doen in hun scripties.’
2. Kritiek op kwaliteit = eisen omhoog
Ondertussen wordt de scriptie alleen maar belangrijker. Ook de opleidingen worstelen ermee. Een hbo-opleiding wordt iedere zes jaar gekeurd door een accreditatiecommissie, die onder andere naar de kwaliteit van de afstudeerscripties kijkt. Door wijzigingen in het keuringsstelsel geven deze commissies steeds vaker en zwaardere kritiek op de kwaliteit van scripties. Sommige opleidingen krijgen zelfs een onvoldoende. De commissie concludeert dan bijvoorbeeld dat te veel scripties wat hen betreft onvoldoende zijn, terwijl docenten ze een voldoende gaven.
Ook op de Hogeschool Rotterdam kwamen de afgelopen jaren onder andere de opleidingen verpleegkunde, maatschappelijk werk en dienstverlening (mwd) en de master begeleidingskunde niet door de keuring door een onvoldoende afstudeerniveau. De accreditatiecommissies zagen bij deze opleidingen te veel scripties die onder de maat waren. Van de scripties van begeleidingskunde vond het accreditatiepanel in 2012 onder andere dat ze niet goed geschreven waren. De ‘tentoongestelde taalvaardigheid’ was ‘ontoereikend’. Bij verpleegkunde zag het accreditatiepanel in datzelfde jaar dat studenten onvoldoende in staat waren om kritisch op de theorie van hun vak te reflecteren. De vraagstelling was ‘te breed geformuleerd’ en de keuzes van studenten waren niet, matig of zelfs verkeerd onderbouwd.
Het gaat dus niet over punten en komma’s maar over conceptuele vaardigheden. Ook over het afstudeerwerk van mwd was de accreditatiecommissie niet tevreden. Over de scripties en andere verslagen van studenten zegt het panel dat het niveau ‘aan de lage kant’ is. En: ‘In veel projecten is de verbinding tussen probleemstelling, literatuur, methode en conclusie diffuus.’ De opleiding heeft een jaar de tijd gekregen om het afstudeerniveau te verbeteren. Uit het verbeterplan van mwd blijkt onder andere dat de opleiding de afstudeercriteria wil verduidelijken.
Degenen die dit jaar of volgend jaar aan hun hbo-opleiding beginnen, zullen veel meer les krijgen in het opzetten van een onderzoek en misschien zelfs in het schrijven van een scriptie. ‘Bijna alle opleidingen hebben sinds kort een onderzoekslijn in het curriculum verwerkt’, zegt Simone Kooij van de dienst onderwijs & kwaliteit en lid van de expertgroep toetsing. De studenten die nu afstuderen, hebben daar echter niet zoveel aan. ‘Die moeten bijgespijkerd worden’, zegt Kooij. En behoorlijk ook, want voor hen is de lat tijdens hun studie al omhoog gegaan.
‘Je kunt niet verwachten dat studenten op basis van vage eisen een goede scriptie schrijven.’
3. De eisen zijn vaag en abstract
Amos van Gelderen ziet ook een voordeel in de nieuwe nadruk op scriptiekwaliteit: ‘Als het voor de opleidingen belangrijker wordt dat studenten goede scripties schrijven, gaan ze misschien ook duidelijker en meer specifieke eisen stellen.’ Dat is precies wat mwd in haar verbeterplan belooft te gaan doen. Duidelijke criteria zijn een belangrijke voorwaarde, zegt Van Gelderen. ‘Je kunt niet verwachten dat studenten op basis van vage eisen een goede scriptie schrijven. Als de eisen niet duidelijk zijn, krijg je bovendien de onwenselijke situatie dat het cijfer helemaal afhangt van welke docent je scriptie begeleidt.’ Maar het opstellen van duidelijke beoordelingscriteria is niet zo makkelijk. In een ideale wereld kun je de beoordelingscriteria als student naast je scriptie leggen zodat je zelf kunt zien wat je goed of fout hebt gedaan. Maar als de criteria zó concreet zijn dat het schrijven van een scriptie enkel een invuloefening wordt, leer je er niet veel van.
‘Wij adviseren opleidingen altijd naar de competenties te kijken die studenten moeten beheersen en om daar dan concrete criteria uit af te leiden’, vertelt Simone Kooij. De vraag is wel wat dan precies ‘concreet’ is. Kooij heeft ook geholpen bij het maken van een nieuwe afstudeerhandleiding voor mwd. Daarin staan achttien criteria waaraan een scriptie moet voldoen. Nummer elf luidt: ‘De onderzoeksmethode is correct, helder beschreven’; of, nummer zeven: ‘De onderzoeksvraag is uitgewerkt in relevante deelvragen.’ En  nummer dertien: ‘De resultaten zijn helder en objectief beschreven.’ Kun je als student bepalen wat dan precies ‘correct’, ‘helder’, ‘relevant’ en ‘objectief’ is?
Kooij beaamt dat er nog een zekere abstractie in deze criteria zit, maar dat gebeurt met een idee. ‘We gaan ervan uit dat de studenten gedurende hun studie hebben geleerd met steeds abstractere criteria om te gaan.’ Dat de vierdejaars van nu daar niet expliciet in zijn geschoold klopt, denkt ook Kooij, vandaar dat de afstudeerders van nu ook meer begeleiding moeten krijgen. Bij de lerarenopleiding Nederlands gebruiken ze een iets ander systeem bij schrijfopdrachten, vertelt Rianne de Zeeuw-Oprel: Rubrics. De Zeeuw-Oprel, projectleider taalbeleid en docent Nederlands, vertelt hoe de rubric eruitziet voor de afstudeerscriptie Nederlands. Voor zes thema’s is steeds op vijf verschillende niveaus beschreven waar de scriptie aan moet voldoen. Bevat de inleiding bijvoorbeeld een onderzoeksvraag, doelstelling en zijn de belangrijkste begrippen gedefinieerd? Voldoende. Zit dat er allemaal niet in? Zeer onvoldoende. ‘Het geeft de student iets meer houvast, omdat je beter kunt zien wat er van je verwacht wordt’, zegt De Zeeuw-Oprel.
Van Gelderen ziet liever een duidelijker opdrachtomschrijving. ‘Vanaf het begin moet veel helderder zijn wat het doel is van de tekst en voor wie hij geschreven wordt. Als daarnaast duidelijk is wat de  lengte van de tekst moet zijn, welke onderdelen hij moet bevatten en wat voor bronnen je moet gebruiken, dan is het niet zo moeilijk om goede beoordelingscriteria toe te passen.’
‘Voor het nakijken van een tentamen staat een kwartier. Als de docent feedback wil geven, doet hij dat al snel in zijn eigen tijd.’
Tijd en geld
De conclusie is voor iedereen evident. Neem je de scriptie daadwerkelijk serieuzer, dan moet je ook serieus werk maken van het aanleren van scriptievaardigheden. Meer feedback op schrijfsels van studenten gedurende de opleiding. Of misschien wel: überhaupt feedback geven. Dat is waar het voor Van Gelderen begint. Niet met aparte schrijfvaardigheidslessen, maar met vakdocenten die schrijfopdrachten van studenten breder beoordelen dan alleen op vakkennis.
En daar doemen twee grote problemen op: Tijd. En de vraag of docenten zelf voldoende schrijfvaardig zijn. De Zeeuw-Oprel: ‘Ik denk dat iedere docent graag méér feedback zou geven, maar dat kost veel tijd. Voor het nakijken van een tentamen of verslag staat een kwartier. Als je feedback wilt geven of een verbeterde versie wilt terugzien, doe je dat dus al snel in je eigen tijd. Dat is wat veel docenten doen.’ Maar het is ook de schrijfvaardigheid van docenten die in het geding is, zegt Amos van Gelderen. ‘Voor vakdocenten geldt: schrijven over je vak hoort bij je vak. Dus ook docenten moeten zich in het schrijven gaan bekwamen.’ Van Gelderen windt er geen doekjes om. ‘Als je echt iets aan schrijfvaardigheid wilt doen, dan gaat dat geld kosten.’
Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Aniek Bartels

(Bron: http://profielen.hr.nl/2014/waarom-een-scriptie-schrijven-zo-moeilijk-is/ )

Studenten morren over trage scriptiebegeleiding

Studenten morren over trage scriptiebegeleiding

(bron http://www.metronieuws.nl/binnenland/2014/12/studenten-morren-over-trage-scriptiebegeleiding)
24 december 2014 om 07:00 door Rens Oving



Een scriptie schrijven moet je zelf doen, maar begeleiding bij dat eenzame werk is onontbeerlijk. Studenten zitten soms weken te wachten tot hun begeleider een keer tijd voor hen heeft. Zo lopen zij buiten hun schuld om flinke vertraging op.
Uit onderzoek van Snelafstuderen, een bureau voor scriptiehulp, blijkt dat studenten gemiddeld 18 dagen moeten wachten voordat hun begeleider antwoord gaf op een vraag. Van de zeventig ondervraagde scriptieschrijvers zat een ruime meerderheid meer dan twee weken te wachten voor er een inhoudelijke reactie kwam op een mail of een ingeleverd stuk. In het ergste geval kreeg een student pas na 60 dagen wachten antwoord.
„Halverwege mijn onderzoek, was het  plan van aanpak nog niet goedgekeurd.”
Student uit Nijmegen
Zo bont maakte de scriptiebegeleider van een student uit Nijmegen het niet maar lang wachten moest hij wel. „Ik zou mijn scriptieonderzoek voor een deel bij mijn stagebedrijf uit gaan voeren. Voor het zo ver was lukte het niet eens om een afspraak te maken. Halverwege mijn onderzoek, was mijn eerste plan van aanpak nog niet eens goedgekeurd. Antwoord op praktische vragen kreeg ik pas dagen later, waardoor ik vaak niet verder kon met mijn onderzoek. Als ik al antwoord kreeg werd er nauwelijks teruggekoppeld wat ik nu eigenlijk had gedaan en gevraagd.” Uiteindelijk gaf hij er de brui aan en starte een nieuw onderzoek met een andere begeleider. Zijn naam wil hij dan ook niet in de krant. „Ik moet nog afstuderen dus dat lijkt me niet verstandig.”

WACHTEN

„Studenten zitten al snel een paar weken te wachten voor ze verder kunnen”, zegt Pepijn Trietsch van Snelafstuderen, die het probleem zeker herkent. „Natuurlijk ligt er verantwoordelijkheid bij de student zelf. Maar soms kunnen ze echt niet verder. De student loopt dus vertraging op zonder dat hij of zij daar zelf iets aan kan doen. Het is daarom heel raar dat hier ook niets over is vastgelegd.”
Universiteiten en hogescholen hanteren strenge regels voor het nakijken van tentamens en andere toetsen. Maar voor het begeleiden scripties is dit nauwelijks het geval.

REGLEMENTEN

In de reglementen van de vier grootste hoger onderwijsinstellingen, de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam, de Universiteit Utrecht en Fontys hogescholen, blijkt de scriptiebegeleiding niet tot nauwelijks te worden genoemd. Er zijn wel duidelijke regels voor het aantal betrokken docenten en de eisen waaraan een afstudeerscriptie moet voldoen. Maar de begeleiding zelf wordt niet genoemd. Alleen een termijn voor de beoordeling van het eindproduct is in sommige gevallen vastgelegd. Afhankelijk van de opleiding ligt die ergens tussen de 10 en 20 werkdagen.
Opleidingen en docenten hebben daarom grote vrijheid bij het begeleiden van afstuderende studenten. Want niet alleen de beoordeling van het eindresultaat is belangrijk, ook het tussentijds beoordelen van hoofdstukken, onderzoeksvragen en verslagen is van groot belang. Studenten zijn daarbij overgeleverd aan de goede wil, en belangrijker de agenda van hun docent. De kwaliteit van de begeleiding en het tempo waarin dit gebeurt, verschilt daarom enorm.